- De hoorn opnemen is als de voordeur openen: uw gesprekspartner vormt zich meteen een beeld van u.

- Zit rechtop: als u op uw bureau hangt, zal uw stem “vallen”.

- Spreek rustig en traag: uw uiteenzetting moet helderder zijn en uw debiet minder snel dan tijdens een gesprek onder vier ogen.

- Hoed u voor niet te identificeren geluiden. Zit niet aan uw hals te krabben, het lijkt voor uw gesprekspartner dan wel of er een trein voorbijraast! Mompel niet en zucht niet: de telefoon versterkt elk geluid.

- Haal geen kunstjes uit tijdens het telefoneren. Is uw potlood gevallen? Raap het dan na het gesprek op, al was het maar om te vermijden dat u de hoorn laat vallen of dat u plots buiten adem raakt, alsof u net 100 meter hebt gesprint.

- Concentreer u. Een gebrek aan aandacht valt meteen op en kan in slechte aarde vallen!

- Als u uw collega iets wil toefluisteren, dek de hoorn dan niet af met uw hand maar gebruik de “mute”-optie. Beter té discreet dan dat de persoon aan de andere kant van de lijn iets van uw opmerking opvangt.

- Adem rustig. Een rustige ademhaling geeft meer impact aan uw woorden.

- Vergeet uw goed humeur niet! Geef de ander de indruk dat u echt blij bent hem te horen.

- Besteed voldoende tijd en aandacht aan beleefdheidsformules. Plots inhaken is hetzelfde als de deur voor iemands neus dichtgooien.

- En, last but not least: glimlach, want dat hoor je aan de telefoon!