Na
de 'balanced scorecard' komt de 'strategy map'
In bijna 15 jaar tijd heeft de balanced scorecard van Kaplan en Norton het bedrijfsleven
veroverd. Heel wat ondernemingen meten hun prestaties nu op basis van de vier
indicatoren van dit meetmodel: financiën, klanten, bedrijfsprocessen
en evolutie.
Onlangs breidden beide auteurs hun model uit met een dynamische
en een grafische dimensie. Die tonen hoe de ongrijpbare componenten
van de onderneming de bedrijfsstrategie mee helpen realiseren. Ook nu is het resultaat
een visueel totaaloverzicht op één enkele pagina: een strategy map.
Concreet
oogt zo'n strategy map als een schema met meerdere lagen. De onderste laag, learning
& growth, staat voor de bedrijfscultuur, de opgestapelde kennis, het
soort leiderschap of de teamgeest. Daarboven ligt een tweede laag, die van de
internal processes, gaande van productie over research en verkoop
tot ondersteuning.
Daaruit vloeit een derde laag voort, customer
perspective gedoopt, die het resultaat is van de interne processen, maar
dan bekeken vanuit het standpunt van de klanten: kwaliteit, dienstverlening, prestaties,
prijs, imago enzovoort. De bovenste laag tot slot stelt de financiële resultaten
voor, gestoeld op de productiviteit (inzet van de beschikbare middelen, kostenbeheer)
en op de groei (concurrentievermogen, marktontwikkeling).
Wie zijn onderneming
aan de hand van zo'n strategy map voorstelt, krijgt niet enkel een duidelijke
kijk op de processen die van kapitaal belang zijn bij het creëren van waarde,
hij of zij kan ook een inventaris opmaken van de processen die aan verbetering
toe zijn, wil het bedrijf de strategische doelen te halen. Meer
achtergrond: Robert S. Kaplan , David P. Norton, Strategy Maps: Converting
Intangible Assets into Tangible Outcomes, Harvard Business School Press,
2003
|